Een Franse Zondag

25 juni 2017 - Flogny-la-Chapelle, Frankrijk

In de Refuge stond een potje oploskoffie en mijn ochtend begonnen dan ook al goed. Buiten op het stoepje genoot ik van mijn koffie in de ochtend zon. Ik deed rustig aan die ochtend, want de etappe voor vandaag zou niet erg lang zijn. Mijn boodschappen had ik gisteren al gedaan en via de bakker, die op zondagochtend wel open is, ging ik weer op weg naar mijn volgende bestemming. Ik begon het Franse leven al aardig door te krijgen.
De route bestond uit twee lange, rechte wegen door het bos. De route was redelijk vlak of het vals plat heeft geen invloed meer op mijn lopen. Het eerste bos had een goed begaanbaar bospad en het lopen ging dan ook voorspoedig. Na een korte verbindingsroute over de doorgaande weg en tussen de weilanden door, liep ik over een kaars rechte asfaltweg door het tweede bos. De lucht was inmiddels betrokken en de temperatuur was aangenaam. Het kader dat ik voor me zag was links en rechts een fris lichtgroen loofbos, voor me een donker, glooiend asfalt pad en boven me een egaal licht grijze lucht. Ik was na al die kilometers wel uitgepraat met mezelf en merkte dat mijn hoofd leeg was. Ik hoorde het bos en zijn vogels. Ik hoorde mijn schoenen over het asfalt. Ik hoorde mijn ademhaling.
Ik liep door met niets meer dan een groen grijs kader, de ruis van het bos, het ritme van mijn stappen, het geluid van mijn ademhaling. In mijn hoofd was niets en ik raakte in trace. Ik voelde mijn lichaam niet meer en het lopen ging vanzelf. Mijn ademhaling deinde mee op mijn gezichtsveld dat op en neer bewoog door het lopen. Ik was enige tijd nergens anders dan in mijn zelf. Hier ergens op een weg in een bos en verder niets.
Ergens halverwege werd mijn blikveld verstoord door een gebouwtje aan de kant van de weg. Eenmaal dichterbij gekomen, bleek het een jagershut te zijn. Het zag er niet vervallen uit en ik besloot om een kijkje te nemen. De deur was open en binnen was één ruimte waarin een grote openhaard en een stamtafel de ruimte domineerde. In het hoekje was een klein keukentje en in een kastje stonden de potten en pannen om te kunnen koken. Hier en daar hingen wat jager trofeeën en aan de balk de spieen om het vers geschoten wild aan op te hangen. Het was een prima plek voor mijn pauze en met het gevoel van de rustende jager in het grote bos, ver van de bewoonde wereld, heb ik dan ook mijn lunch genuttigd.
Ik vervolgde mijn route het bos uit en kwam in het dorpje Flogny-la-Chapelle. Het dorpje was stil en verlaten, het weer was grijs met wat motregen. Het voelde als zo’n dag om lekker binnen te zitten. Op zoek naar de Gite voor die avond, stopte er een auto en de vrouw vroeg of ik een Pelgrim was. Ik bevestigde haar vraag en uit het vlotte Frans dat ze sprak begreep ik dat, zij de eigenaresse van de Gite was, dat ze eerst even haar zus ging ophalen en dat ik hier moest wachten. Daar zat ik dan in de hoop dat ik haar goed begrepen had en met de gedachte, wat is even mijn zus ophalen. Maar nog geen 10 minuten later kwam ze terug, ze gebaarde haar te volgen en na even wachten bij het gemeentehuis kwam ze aanlopen met de sleutel.
De Gite was net een klein vakantie huisje, met huiskamer en al. Het was vroeg in de middag en ik maakte er dan ook een echte Franse Zondag van. Lekker niets doen.

Foto’s