De Oversteek Van l'Allier

26 juli 2017 - Saugues, Frankrijk

In de vroege ochtend werd ik wakker, niet omdat mijn wekker af ging, maar omdat er al leven in de herberg was. Ik deed één oog open en keek naar een kamergenoot die al druk bezig was om zijn rugzak in te pakken. Het geritsel van de plastic zakjes waar iedereen zijn spullen in verpakt was dan eindelijk daar. In de vele forums werd er al voor gewaarschuwd en ik mocht dan ook van dit fenomeen mee genieten. Echt slapen kwam er niet meer van en ben dan ook maar mijn bed uitgegaan. Sommige zaten al aan de ontbijt tafel, maar daar moest ik echt niet aan denken. Een kop koffie is voor mij goed genoeg.
Iedereen had zo zijn eigen ritueel en tijdschema en zo ik ook. De twee Duitse dames waren er redelijk vroeg bij, omdat ze de voorgeschreven etappe met een 7 kilometer wilden verlengen. Terwijl ik nog buiten op het terras van mijn koffie zat te genieten, heb ik de dames bij hun vertrek nog kunnen uitzwaaien. Na 2 bakken koffie vond ik het ook wel tijd worden en heb mijn rugzak gepakt en ben begonnen aan een, wat later bleek, lood zware etappe.
De etappe begon met een forse klim richting het dorpje Rochegude. Het pad bestond uit rotsblokken en door de erosie bloot gelegde boomwortels, fungeerde als kronkelige traptreden op de steile heuvel.
Tijdens het lopen kwam ik vele bekende tegen van de etappe van de vorige dag, het was dan ook heel de dag door “Bonjour” voor en na. Hier en daar wordt er kort wat informatie uitgewisseld, maar er is nog niet echt spraken van samen lopen. Wel is het elke keer bij een pauze punt een leuk weerzien en het gesprek gaat al snel over hoe zwaar deze etappe is of hoeveel kilometer het nog is naar het volgende dorp.
Na het dorp Rochegude vervolgde de route door het bos de berghelling naar beneden om zo af te dalen naar de rivier l’Allier. Het was een steile afdaling die kronkelde tussen de bomen door. Het pad bestond uit niets meer dan rotsblokken en los liggend grind. Het afdalen viel me zwaar en ik merkte dat ik beduidend langzamer was dan de jonge Pelgrims, die praktisch naar beneden rende. Het kan zijn dat wanneer je ouder wordt wat voorzichtiger bent, maar ook mijn oude knoken zorgde ervoor dat ik niet meer als een jonge steenbok de berg af liep. Eenmaal beneden bij de rivier bedding aangekomen stak ik de l’Allier over. Een oude stalen Bally brug bracht me aan de west oever van de rivier. Direct na de brug was een café en het was duidelijk dat iedereen na deze afdaling toe was aan een pauze. Het hele terras stond vol met rugzakken en overal zaten uitgebluste Pelgrims aan de koffie. De twee Duitse dames zaten aldaar ook aan een tafeltje en ik besloot dan ook om een bak koffie te pakken en er bij te gaan zitten.
Na een wel verdiende bak koffie, ging de tocht gewoon weer verder. In mijn route boekje had ik gezien dat de volgende 3 kilometer een hoogte zou overbruggen van 400 meter. Dat wordt werk behoorlijk klimmen dacht ik nog, maar eenmaal aan de voet van de berg bleek het nog erger dan ik had verwacht. Langs de massieve verticale bergwand, liep een smal keien pad als een steile trap naar boven. Vol goede moed begon ik aan de klim. Na enkele meters begon mijn ademhaling al te versnellen en mijn lichaam begon behoorlijk op temperatuur te komen. Het duurde dan ook niet lang voordat mijn t-shirt volledig nat was van het zweet. Mijn petje begon ook behoorlijk doorweekt te raken en aan de rand van de klep danste de zweetdruppels voor mijn ogen. Het pad ging in een rap tempo omhoog en ik zag dan ook al snel aan mijn rechterzijde een behoorlijke diepte. Het pad was niet breder dan een stoeptegel en ik besefte me dan ook dat ik hier niet mijn evenwicht moest verliezen. Buiten het feit dat je dan een meter of 50 meter naar beneden dondert, je de helft van je uitrusting verliest en bijna zeker wel iets breekt, is nog wel het ergste dat je daarna heel dat stuk opnieuw moet beklimmen.
Halverwege de berg was een klein plateau, waarachter in de bergwand een grot was uitgekapt en fungeerde als kapel. De Kapel van Escluzels. De voorkant van de grot was keurig afgewerkt met een huize voorgevel van een kapel. In de deuropening stond een oude, niet al te grote man. Zijn grijze baard en lange grijze haren gaven hem een karakteristiek uiterlijk. Op zijn hoofd droog hij een hoed, waarvan de voorklep omhoog gevouwen was waarop een Sint Jacobsschelp bevestigt was. De karakteristieke Pelgrim riep iedereen toe om binnen te komen in de kapel en begroete iedereen vriendelijk en vroeg waar ze vandaan kwamen. Daarnaast wist de man in geuren en kleuren te vertellen over de kapel, de berg en het dal waar het dorp Monistrol d’Allier ligt. Ik merkte dat ik het Frans inmiddels aardig kon volgen, al was het maar omdat de man het met volle expressie stond te vertellen. De kapel was binnen ingericht, waaruit bleek dat deze nog gewoon gebruikt werd voor speciale missen of plechtigheden. Links om de hoek in de kapel was een tafel ingericht met allerlei historische gegevens over de Pelgrims die uit Le Puy zijn vertrokken en al eeuwen langs deze kapel lopen om naar Santiago de Compostella af te reizen. Na enige tijd hier rond gehangen te hebben, al was het maar om te kunnen rusten, was het tijd om verder te gaan. De berg had nog wel een paar honderd meter voor mij in petto. En ik wilde er dan ook zo snel mogelijk van af zijn. Het was een zware klim, de temperatuur was behoorlijk hoog en de zon stond al vol aan de hemel. Overal op de berg kwam je wel een groepje Pelgrims tegen die even een pauze namen. Na het oversteken van een doorgaande D-weg, kronkelde het pad verder de bossen in. De beklimming was inmiddels iets minder steil en het pad wat breder, maar het werd er niet minder zwaar op. Mijn ervaring was inmiddels zo, dat je beter een klim af kunt maken voordat je gaat rusten, want na een pauze zijn je spieren altijd wat stram en stijf en om dan weer verder te klimmen doet 2x zo zeer. Naar een aantal bochten in de weg leek het erop dat het klimmen voorbij was. In een bocht zag ik Lila zitten, een Frans meisje dat ik eerder in de Gite van die avond had leren kennen en redelijk goed Engels sprak. Bij haar zat een dame op leeftijd, die ik de dag ervoor ook al even had gesproken bij het koffie punt. Ik besloot om ook maar even een pauze te nemen en heb me gevoegd bij het tweetal. De dame in kwestie hete Cicille en had een spier witte pantalon aan en droeg een keurig zomers bloesje. Haar haar zat prima opgestoken, ze droeg een sjieke bril met bijpassende oorbellen. Niet een aller daagse Pelgrim zou je denken. Maar toch liep ze met vol bepakte rugzak van af Le Puy naar Conques, dat toch zomaar even dik 200 kilometer is. Na een kort gesprek over hoe zwaar de klim niet was, koos ik er voor om verder te gaan. De dames bleven nog zitten, maar voor mij maakt dat de opstart om weer verder te gaan alleen maar moeilijker en zo blijf je het moment van opstaan alleen maar uitstellen.
Nadat ik de top van de berg, op een hoogte van 1103 meter had bereikt, was het tijd voor de afdaling. In het begin ging deze nog wel geleidelijk, maar hoe dichter bij het dal hoe steiler de afdaling werd. De afdaling zorgde ervoor dat mijn voeten voorin mijn schoenen schoven en dat mijn tenen de neus van mijn schoenen raakte. Ik voelde dat mijn voeten het zwaar hadden om elke keer het gewicht op te vangen. Mijn knieen hadden ook behoorlijk moeite met de afdaling en ik probeerde dan ook mijn gewicht zo veel mogelijk naar achter te leggen en met licht gebogen knieen de afdaling te doen. Doordat ik met gebogen knieen de afdaling deed, zorgde ik ervoor dat mijn boven beenspieren het gewicht moeten dragen en ik niet straks met overbelasten knieen beneden aan kom.
Eenmaal in het dorp Saugues aangekomen was ik voelbaar vermoeid en ik had ook geen zin om naar een plaats in een Gite te zoeken. Het eerste beste hotelletje dat redelijk in het centrum van het dorpje lag, was dan ook voor mij het eindstation. Tot mijn verbazing hanteren de hotels hier ook al Pelgrim prijzen en voor een all-in prijs die gelijk was aan die van de Gite van gisteren, was ik dan ook snel gesetteld.

Foto’s

4 Reacties

  1. Geeske:
    8 augustus 2017
    Prachtige foto's!
  2. Jan Cranenburg:
    9 augustus 2017
    Mooi kerel. Het schrijven bijhouden , is leuk om s''morgens bij de koffie deze te lezen.
  3. Bar:
    9 augustus 2017
    Bent mee Geeske en jullie vader eens. Neem ons mee op reis. Bedankt weer.
  4. Gabri van Dijk:
    10 augustus 2017
    Deze woorden van jou zeggen en vertellen veel meer dan de foto's en opmerkingen zo af en toe in de app. En voor jezelf zijn het mooie momenten om later, in je rolstoel, eens terug te lezen :)