Een nachtje in het klooster

19 juni 2022 - Saint-Côme-d'Olt, Frankrijk

Aan het eind van een toch redelijke zware etappe kwamen we aan in het dorpje Saint-Chely-d'Aubrac. De etappe werd aangegeven als "middel matig zwaar", maar door de warmte en open vlaktes in de volle zon en de laatste 7 kilometer alleen maar afdalen, maakte het toch dat we behoorlijk uitgeput aankwamen. We liepen naar het hotelletje, waar we een kamer hadden gereserveerd. Voor het hotel zaten al heel wat Pelgrims te lunc doen de Fransen nu eenmaal rond 2 uur in de middag. We melden ons netjes aan en kregen de mededeling dat de kamer nog niet klaar was. Dat was op zich geen slecht nieuws, want er was bij de reservering verteld dat we pas na 3 uur beschikking hadden over de kamer. Buiten dat, eerst maar eens even zitten en een goeie, koude, halve liter bier was zeer gewenst.

Na enige tijd kregen we te horen dat de kamer gereed was. We hadden een goedkopere kamer en deze was dan ook buiten het hotel in een ander gebouw. Ze vroegen nog of dat en probleem was, want het was toch zeker 2 a 3 minuten lopen!!! Ik hoef jullie lezers niet uit te leggen dat, 3 minuten lopen voor een goedkopere kamer geen enkel probleem is.  De eigenaa wilde graag de kamer laten zien, maar was zelf slecht ter been. Dus hij gaf aan dat hij  met de auto die kant op ging. Daar bleef het ook niet bij. De rugzakken achterin de auto en wij instappen. Tja, nu zagen we er weer uit als "Pussy Pelgrims", maar ach, het was maar 500 meter en ook nog eens terug de route op.

Nadat we onze dagelijkse aankomst rituelen hadden gedaan (douchen, kleren wassen, kleren ophangen, rugzak herpakken), pakte ik mijn "huiswerk rugzakje" en ben weer terug naar het hotel gelopen. Mijn vader bleef nog even op de kamer om te rusten en zijn Log bij te werken. Voordat ik op het terras ging zitten liep ik bij het hotel naar binnen op zoek naar de eigenaar om voor mij te bellen voor een reservering voor de volgende dag. Hij vertelde mij dat hij het druk had en dat hij geen tijd had om een volledig lijstje af te bellen. Want, zo zei hij, ik heb klanten. Later bleek ook dat hij al was vergeten dat ik nog geen uurtje geleden naast hem in de auto had gezeten. Ik moest eest maar een Gite uitzoeken en die zou hij dan wel bellen. Via Google maps koos ik een Gite midden in het centrum. De eigenaar kwam naar me toe en ik liet het adres en telefoonnummer in mijn boekje zien. Hij zag dat het adres daarnaast een bekende Gite voor hem was. Hij zei: Deze is veel mooier, die moet je doen. Voordat ik het wist was hij al aan het bellen. Ik merkte duidelijk aan het gesprek dat er plaats was, want hij vroeg al om mijn telefoon nummer op te schrijven. Vervolgens vroeg hij om de reserverings naam. Ik weet inmiddels dat mijn achternaam in Frankrijk uitgesproken wordt als "Cranenbourg" en zo sprak ik het ook uit. Blijkbaar herkennen Fransen dit als Kronenburg, waardoor de eigenaar een reactie terug kreeg. Oh... van het bier.... (later begreep ik de reactie wel van de Gite die hij belde)

De reservering was geregeld, dus ik bestelde ee biertje. De eigenaar vroeg om meteen af te rekenen, maar ik gaf aan dat ik een bezoeker was van het hotel. Ooh..., nu zie ik het, jij bent die Nederlander met zijn vader die ik net heb weggebracht. Qui c'est moi!

Het biertje werd op de rekening gezet en ik ben buiten op het terras gaan zitten. Ik was inmiddels wel erg benieuwd welke Gite hij voor ons gereserveerd had, want het was niet mijn keuze en ik had ook niet gekeken waar de Gite ten opzichte van het dorp lag. Dus ik op het terras onder het genot van mijn biertje maar eens kijken wat het geworden is. Op Google kwam de de gite met die naam niet voor, wel een hotellerie, met diezelfde naam. Ik zag ook meteen de prijs voor een nacht en deze was behoorlijk, 97,- euro per persoon, per nacht. Toen ik nog even verder keek, bleek het ook nog eens een klooster te zijn, die ongeveer 1 km buiten het dorp lag. Nou, heb je rust omdat je voor de volgende dag een slaapplaats hebt, begin je je alweer druk te maken over het feit waar we nu weer terecht komen.

Even later komt mijn vader aanlopen om ook zijn herstel biertje te nuttigen. Hij vraagt mij of het is geregeld. Ik zeg, bestel eerst maar iets te drinken en ga maar eens zitten. Mijn vader reageert, Oh... wordt het weer met de bus? Nadat ik verteld had dat we in een klooster gingen slapen en dat voor mij de prijs niet helemaal duidelijk was en dat ik wel inclusief eten had gereserveerd, dus het feit dat we niet helemaal naar het dorpje hoefde te lopen voor het eten, hebben we er ons bij neergelegd. Ach, de Camino heeft zo zijn verrassingen niet waar.

De volgende dag, na een relatieve korte etappe van 16 kilometer, kwamen we rond half 1 aan bij het klooster. Het was vanaf de berg al van grote afstand te zien. Een gigantisch bouwwerk, met natuurlijk een eigen kerk. De kerktoren va het klooster was zeker niet veel kleiner dan de kerktoren van het dorp. Voor het kloostergebouw was een grote oprijlaan die uitkwam in een keurig bijgehouden voortuin. Het pand was aan de voorzijde zeker 50 meter breed en in het midden zat een grote eikenhouten deur. Een paar meter links van de grote deur was een kleine dienst ingang. En ja hoor, dat was dus voor de Pelgrim. Ik liep naar de deur en zag op het briefje dat de Pelgrims zich vanaf half twee konden aanmelden. Omdat we niet in de warmte wilde wachten en we inmiddels ook door hebben dat je als Pelgrim best wel een potje kunt breken, zijn we gewoon heel brutaal de kloostermoestuin in gelopen aan de achterzijde van het pand. Aldaar hebben we in de schaduw zitten wachten tot we ons konden aanmelden. Mijn vader ging even kijken bij het washok, of daar een kraantje was om zijn bidon bij te vullen. Even later kwam hij aanlopen hoor..... Een was bak vol met ijskoud water. Hij zet de bak op de grond, deed zijn schoenen en sokken uit en hop, daar gingen de voetjes in het koude water. Een kreet van verlichting toen de voetjes in het ijkoude water gleden. Je zag de stoom van zijn voeten af komen, en het gevoel van hoofdpijn in je voeten was het gevolg. Je begrijpt dat ik inmiddels mijn veters ook al aan het los maken was, want zo'n genot momentje wilde ik me niet aan me voorbij laten gaan. Tegen de tijd dat ik aan de buurt was, was het water al lauw warm. Of dit nu kwam door de buiten temperatuur of de overhitte voeten van mijn vader zal altijd een vraag blijven, maar het was in ieder geval heerlijk om de voetjes even te koelen en te laten rusten.

Om half 2 konden we ons aanmelden. In tegenstelling tot wat het bord ons vertelde, mochten we door de Grand Entree het klooster betreden. De binnen komst was in een gigantische hal met een trappenhuis zo groot, dat deze waarschijnlijk in het etappe boekje met hoogte meters aangegeven staat. We werden vriendelijk onthaald door een gastvrouw, nee dit was geen non, die kwamen we later pas tegen. Bij het inchecken, werd gevraagd naar de naam. Hierop antwoorde ik met een Frans accent: "Cranenbourg". En ja hoor, daar was dezelde reactie die gisteren de hotel eigelnaar ook kreeg. "Van het bier zeker?" 

Het standdaard ritueel van douchen, wassen en een biertje op het terras, is onze middag gevuld. Het is in Frankrijk gebruikelijk om om 19:00 uur te gaan eten, zo ook in het klooster is dat niet anders. Tegen zeven uur stond dan ook de hal voor de refter vol met Pelgrims die de gezammelijke maaltijd wilden gaan nuttigen. Maar het klooster zou het klooster niet zijn, dat heet openen van de refter op traditionele manier zou geschieden. De gastheer die uit de refter kwam lopen, sprak mijn vader aan. Hij vroeg naar zijn naam en zei dat hij mee moest komen. Door een kleine deur aan de zijkant van de lange klooster gang liepen ze de kloostertuin in. Mijn vader kreeg een ketting aangereikt. En Ja hoor...., bellen maar! Als een volleerde koster luidde mijn vader de kloosterbel. Uit alle kieren en gaten kwamen de nonnen tevoorschijn. In volle draf (voor die leeftijd dan) liepen ze naar de refter. Tegen de tijd dat die oude nonnetjes aangeschoven waren, zaten wij al aan he dessert en was de wijn al op. Maar ach, vanavond bij de mis, krijgen ze allemaal weer een hotie en een slokje wijn.

Tijdens het dinner, wilde de gastheer ons nog even in het zonnetje zetten, omdat wij, als vader en zoon, helemaal naar Compostella gaan lopen. Hij ging midden in de zaal staan en tikte met zijn mes op zijn glas. Hij begon te vertellen dat wij uit Nederland kwamen en dat we naar Santiago op weg waren. Echter een groot gezelschap Fransen had dit niet door en bleef maar kletsen. De gastheer kwam wat dichter bij onze tafel staan en zei iets in het Frans, waarna hij afsloot met de duidelijke (wel stilletjes) woorden: God Verdomme. Ik keek hem met grote ogen aan, en maakte hem duidelijk dat dat toch niet de bedoeling is in een klooster. Hij keek me lachend aan en zij: "Dat verstaan ze hier toch niet".

Al met al is ons het kloosterleven prima bevallen. Maar hebben we er toch voor gekozen om niet te blijven en de volgende dag de Camino te vervolgen.

Foto’s

6 Reacties

  1. Bar:
    19 juni 2022
    Mooi geschreven.
  2. Gabri van Dijk:
    20 juni 2022
    Dit kon natuurlijk niet uitblijven tussen al die nonnen: https://www.youtube.com/watch?v=EO7cD6qmydo&ab_channel=TheVideoJukeBox4
  3. Gitte:
    20 juni 2022
    Leuk om de verhalen te lezen Arjen. Wandelse en geniet van jullie reis!
  4. Lia Van gool:
    21 juni 2022
    Bedankt Arjen dat je me ook Heb uitgenodigd
    Heel leuk om jullie verhaal allebei te lezen
    En prachtig dat jullie samen zoveel
    Plezier en steun aan elkaar hebben
    Want het blijft een hele zware tocht
    👍👍🍺🍺
  5. Tygo:
    21 juni 2022
    Weer mooi geschreven, miss is schrijver iets voor je toekomst?😉😇
  6. Gerben Boomaars:
    22 juni 2022
    Heerlijke verhalen en ervaringen. Ben zo benieuwd naar de rest van deze geweldige reis! Doe de groeten aan je pa en ik blijf je volgen 💪👊