De Camino kent zijn eigen weg

15 juni 2022 - Aumont-Aubrac, Frankrijk

Gisteren na aankomst bleek het al redelijk moeilijk te zijn om een slaapplaats te vinden. Omdat de etappe van vandaag naar een hoeve, genaamd Le Sauvage, zou leiden, die in the middel of nowhere staat, leek het verstandig om eerst te checken of er plaats was.  Dit bleek niet het geval en om een lang verhaal (zie Mont du Devès), kort te maken, hadden we besloten om de Compostella bus naar St. Alban-sur-Limagnole te nemen en daar verder te zien.

Ik had mijn wekker om 7 uur gezet, maar werd om iets na zessen al wakker van mijn vader die alweer druk in de weer was met zijn rugzak. Nadat ik me nog twee keer had omgedraaid er toch maar uit gegaan. Even tanden poetsen, de was van de vensterbank halen, water bij vullen en 15 minuten later was ik klaar voor vertrek. Mijn vader was nog steeds druk in de weer met zijn rugzak. Bij het inpakken van onze rugzakken kwamen we beide tot hetzelfde plan. Zullen we van St. Alban, de 15 km etappe naar Aumont Aubrac lopen en kijken of daar plaats is.  De rugzakken dan ook wandel gereed gemaakt en kijken wat de Camino ons brengt.

Het was iets na 7 uur toen we bepakt en gezakt de Gite verlieten. Alsof de Camino het er om doet, moesten we meteen een trap op. Het waren maar 6 treden, maar na inmiddels 2700 hoogte meters is elke stoeprand al een col van de 4 categorie. Omdat ik na de afgelopen dagen de meeste bergpunten heb verdiend en inmiddels in de bolletjes trui mag lopen, liet ik mijn vader de punten van deze coll oprapen en passeerde hem pas in de afdaling naar het centrum van het dorpje.

De bus die we moesten hebben zou om 8:15 uur voor de Office de Tourist stoppen. We waren daar ruim op tijd en hebben onze rugzakken dan daar ook voor de deur gezet en zijn vervolgens naar een bakkertje op zoek gegaan voor een ontbijtje. Niets meer of minder dan echte Franse croissants. We hadden nog tijd genoeg, dus maar meteen het cafe in. Niet om onze tegeslag, van het geen slaapplaats hebben te verdringen, maar gewoon voor een bakkie koffie. Na een heerlijk bakkie koffie, een croissantje en daarna de gebruikelijke weg naar de wc, was het tijd om terug te gaan naar onze rugzakken en te wachten op de bus.

Inmiddels stond er ook een Chineese vrouw te wachten op de bus. Ze sprak prima Frans, maar toen ze door had dat wij niet echt Frans spraken, gingen we over in het Engels. Al wachten op de bus gebeurde het v olgende. Nu moet je weten dat hier in Frankrijk het maar heel normaal is, dat wanneer je door een dorpje loopt er wel eens een hond van de plaatselijke boer, gewoon over straat loopt. Hij loopt soms achter de trekker aan naar het volgende weiland, of hij loopt van het woonerf, naar de stallen. Voor mij inmiddels niets vreemd.

Ik dus in gesprek met die Chineese dame, die midden in het gesprek helemaal verschiet. Vol ongeloof en schrik en daardoor ook een stuk midder goed Engels sprekend, wijst ze naar de hond en roept iets van, Dat is toch niet normaal. Ik zag de hond, die er prima verzorgt uitzag en dus echt wel ergens thuis hoorde, wilde haar dan ook uitleggen dat dit in Frankrijk (op het platteland) niet zo vreemd is. Maar voordat ik iets kon zeggen zei ze, bij ons in China...... Vanwege haar schrik kon ze niet goed op haar woorden komen en ik dacht, zal ik haar aanvullen...... ?   De woorden schoten al door mijn hoofd, maar ik dacht laten we nu niet meteen alle culturele vooroordelen op tafel gooien. Nadat ik haar overtuigt had, dat dit in Frankrijk niet vreemd is en dat wij niet denken dat er in China hond gegeten wordt (dat laatste dacht ik dus), was het vrouwtje gerust gesteld.

De bus was netjes op tijd, en nadat we de rugzakken achterin hadden gegooid en afgerekend mochten we instappen. In de bus, zat naast de Franse chauffeur, ook nog een Franse dame uit Zwitserland en een Chineese dame uit Duitsland. Je kuntje wel voorstellen hoe de gesprekken gingen. Van het Frans naar het Duits, van het Duits naar het Engels en van het Engels weer naar het Frans. Uiteindelijk mocht ik dan alles weer vertalen naar het Nederlands voor mijn vader. Al moet ik wel zeggen dat hij al een behoorlijk woordje Frans mee spreekt. Wel de verkeerde woorden op de verkeerde momenten, maar hij spreekt mee.

Zoals ik al vertelde was het blijkbaar erg druk op de Camino en waren slaapplaatsen schaars. Ik vroeg aan de Zwitserse dame of zij wist of het voor ons uit nu druk op de route was, of dat we toevallig net in een golf van veel (Fanse) pelgrims liepen. (Die Fransen reserveren de route Le Puy - Conques, volledig 10 dagen vooruit). Ze vertelde dat het op heel de route druk was en dat bijna alle Gite's wel gereserveerd waren. Ook de chauffeur, die dagelijks langs de route rijdt om rugzakken te dumpen, bevestigde dat. Rugzakken dumpen? ...  Ja, dat kan dus. Wij echte pelgrims noemen dat de " Pussy Pelgrim". Je kunt namelijk voor 8 euro per etappe, je rugzak met een busje naar je eindbestemming van die dag, laten brengen. En er zijn er die dit dus elk dag doen. (Nu voel ik me ook wel een beetje een Pussy Pelgrim, omdat niet alleen mijn rugzak, maar ook ik zelf meer rijd)

De Zwitserse vrouw bood aan om voor ons rond te bellen naar een slaapplaats in het dorpje Aubrac en ja hoor, na 3 telefoontjes hadden we een hotel kamertje bij een Gite. Het gevoel dat je dadelijk een etappe gaat lopen, wetende dat je een slaapplaats hebt is toch een stuk rustgevender.

In St. Alban stapte we het busje uit, deden onze rugzakken om en begonnen aan een (halve) etappe naar Aubrac. Ik heb nog even de Zwitserse dame vriendelijk bedankt en kregen van de chaufffeur nog de tip dat er om de hoek een supermarkt zat waar we wat eten konden kopen.

De lucht was erg bewolkt en donker, en in de verte was duidlijk het onweer te zien. Toen we uit de supermarkt kwamen, waren de eerste regendruppels al gevallen. We hebben het risico dan ook maar niet gelopen en hebben onze regenjassen en rugzakhoezen maar te voorschijn gehaald. We waren nog geen 10 minuten verder en de regen werd al minder. Lopen met een regenjas en rugzak en daarbij ook nog klimmen doet je lichaamstemperatuur behoorlijk oplopen. Dus, hup, jasje weer uit. Ik denk dat we nog een half uurtje in lichte regen hebben gelopen, maar echt nat werden we er niet van en het voelde eigenlijk nog verfrissend ook.

Het weer klaarde snel op, en voordat we het door hadden liepen we onder een helder blauwe lucht met een stralende zon. Het duurde dan ook niet lang dat de temperatuur op liep tot zeker 35 graden. De route was goed begaanbaar met mooie, brede grind paden. Hier en daar een beklimming, die door de warmte en de vorige dagen, echt wel de nodige energie kosten. De been spieren plofte bij elke stap, het was niet zo zeer het buiten adem raken, maar vooral de warmte die de vermoeidheid in de benen liet voelen. Uiteindelijk toch stiekem 800 hoogte meters gemaakt.

We waren rond 2 uur in het dorp en konden pas om 4 uur inchecken  bij het hotel. En wat doe je na zo'n zware, warme dag? Juist een biertje op het terras. We hadden nog een stokbrood en mooie Franse ham en die hebben we dan ook heerlijk genuttigd op het terras. Ja, hier in Frankrijk mag je gewoon je eten nuttigen op een terras van een cafe.

Na het inchecken in het hotel, even lekker douchen, kleren wassen en uitrusten, heb ik bij de madamme van de balie even al mijn charmes in de strijd gegooid. Ik vroeg haar of ze voor ons een telefonische reservering kon doen voor de volgende dag. Blijkbaar was ze er gevoelig voor, want na twee telefoontjes hadden we een slaapplaats in  Nasbinals. Vervolgens ben ik op het terrasje deze blog gaan schrijven. Mijn vader heeft zijn blog bijgewerkt liggend op bed in de hotel kamer. Tja,  generatie kloof?

Aan het eind van de dag, weer volledig de controlle over de Camino, althans dat voelt zo, maar de Camino kent zo zijn eigen weg....

3 Reacties

  1. Matthijs:
    15 juni 2022
    Super om je story's weer te lezen Arjen. Ik ga je zeker volgen en geniet nu al van je foto's en leuke verhalen.
  2. Gabri van Dijk:
    16 juni 2022
  3. Bar:
    16 juni 2022
    Mooi