De Oude Handelstad Cahors

9 augustus 2017 - Cahors, Frankrijk

Het was niet nodig om deze ochtend vroeg op te staan. De voorgeschreven etappe van deze dag loopt van Le Pech, via Cahors, naar Labaside-Marnhac, maar omdat ik wilde verblijven in de stad Cahors werd de etappe dan ook gehalveerd. Gisteren was de etappe twee en een halve kilometer langer dan gedacht, waardoor het nu nog maar een kilometer of 16 was naar Cahors. Het koffie apparaat was gisterenavond door de hospita gereed gezet, waardoor ik alleen nog maar het knopje hoefde in te drukken, met als gevolg dat er na het douchen een heerlijke verse pot koffie klaar stond. Tegen een uur of 9 stond ik klaar voor vertrek. Solene, waarmee ik de Gite deelde, was net wakker en we spraken af om in Cahors elkaar te ontmoeten op een terrasje.
De ochtend was fris en er stond een gematigd windje. De Fransen zeggen hier dat juli de warme maand is en dat de wind in augustus verkoeling brengt. Het was dan ook sinds 2 maanden dat ik mijn softshell in de ochtend aan trok. De route liep door het laatste stuk van Causse de Limogne, het pad was nog steeds hetzelfde brede rode grindpad met keien en de bermen afgebakend door gestapelde stenen muren. Na een kilometer of drie was daar het eerste teken van een grote stad in aantocht. Een knooppunt van hoofdwegen en een snelweg moest overbrugt worden, maar de route was prima voor de wandelaars en ik hoefde dan ook maar een 100 meter langs de hoofdweg te lopen. De zon begon inmiddels te schijnen en voor me zag ik dat er een klim stond aan te komen. Om tijdens de klim niet volledig overhit te raken, trok ik dan ook mijn jack uit en maakte me klaar voor de klim. Na een korte klim daalde het pad langzaam een vallei in waar de bossen er weer wat frisser en minder dor uitzagen als de afgelopen twee dagen. Het gras was vers groen en stond knie hoog. Onder in de vallei maakte het pad een kronkel om aan de andere zijde weer langzaam langs de heuvel te stijgen. Het pad was goed onderhouden en het gaf mij dan ook het idee dat ik in een park aan het wandelen was.
Eenmaal uit de vallei zag ik aan de horizon de eerste donkere wolken in mijn richting komen. Het waren duidelijk regenwolken en de vraag was dan ook niet of het ging regenen maar wanneer. Ik merkte dat ik mezelf niet meer druk maakte over het weer. Gaat het regenen dan gaat het regenen, blijft het droog dan blijft het droog. Blijkbaar maakt het buitenleven en de Camino je één met de natuur en neem je deze zoals deze is. Het klinkt waarschijnlijk heel logisch, maar om je nu een half uur druk te maken over het feit dat het gaat regenen heeft er nog nooit voor gezorgd dat de regenbui is overgewaaid. De eerste druppels kwamen naar beneden en de lucht gaf duidelijk aan dat het daar niet bij zal blijven. Langs het pad stond een klein hutje, dat blijkbaar in 2009 in eere was hersteld. Ik was inmiddels al twee en een half uur aan het lopen dus het was een prima pauze punt en ik kon gelijk even schuilen voor de regen.
Na een half uurtje was het ergste van de bui wel voorbij en ik besloot dan ook om verder te gaan. De wind zorgde ervoor dat er nog wat druppels uit de bomen vielen, maar echt regenen deed het niet meer. De inmiddels rondgesleten stenen, door de vele Pelgrims die erover hebben gelopen, waren door de regen spiegelglad geworden en het gebeurde dan ook dat ik regelmatig uit gleed en me moest opvangen met mijn wandelstok. Inmiddels liep ik weer op een plateau dat er droog en dor uit zag. Er was geen spraken meer van een bos, maar hier en daar stonden wat dennenbomen of dorre struiken met stekels. Vogels hoor je hier niet meer fluiten, alleen het geluid van de krekels of de roep van een arend is wat hier de stilte vult. Het geheeld doet je vermoeden of je in Spanje bent, maar dat is toch nog een kleine 400 kilometer te gaan. Na een kleine 7 kilometer was ik aan het einde van het plateau en voor me in het dal zag ik de stad Cahors liggen. Cahors is een oude Romeinse stad, die vele malen belegerd, vernield en heroverd is. Aan de west zijde van de stad was duidelijk Pont le Valentré te zien. De oude stadsbrug met zijn wachttorens, die vroeger als verdediging van de stad moest dienen. De meeste handelsteden liggen aan het water en zo ook Cahors. Water vind zijn natuurlijke weg, door het laagste punt op te zoeken en zo de Lot ook. Maar ik stond op het plateau, dus dat wordt weer een steile afdaling. De afdaling was niet lang, maar wel erg steil. Ik was dan ook blij om beneden te zijn en via de hoofdweg de stad in te lopen.
De stad was duidelijk een trekpleister voor toeristen, overal liepen de zogenaamde dagjes mensen in colonne de brug over om in het centrum van de stad te geraken. Het was dan ook gedaan met de stilte van het buitengebied. Hier en daar hoorde ik de ouders tegen de kinderen roepen: “Kom van die weg af, doorlopen, Nee je krijgt geen ijsje”. Het is nu niet dat ik het Frans zo goed onder de knie heb dat ik dit allemaal kan verstaan, nee het stikt hier van de Nederlanders. Nog geen 50 meter na de brug, was een kantoortje ingericht, waar je je kunt melden als Pelgrim. Ik werd dan ook vriendelijk ontvangen door twee Franse dames. Ik stelde mezelf voor en gaf aan dat ik Nederlander ben, nadat ik mijn stempel mocht ontvangen, werd ik geregistreerd in het grote Pelgrim register. Omdat de meeste Pelgrims, die Cahors passeren, zijn vertrokken vanuit Le Puy, werd aan mij dan ook de suggestieve vraag gesteld of ik daar vandaan kwam. Ik antwoorde dat dit het geval was, maar voegde er aan toe dat ik vertrokken was vanuit Nederland. De dames waren duidelijk opgetogen om eens een keer iets anders in te vullen op het stippellijntje dan de plaatsnaam Le Puy. Nadat de dames voor mij een plekje in de stad hadden geregeld, voor twee nachten, heb ik me gesetteld en ben op het terras gaan zitten in afwachting van Solene. Een klein uurtje later was Solene ook in de stad en we maakte een afspraak, met twee Franse meiden die we hadden leren kennen in Limogne, om ’s avonds gezamenlijk te gaan eten.
In Frankrijk is het gebruikelijk om voor het eten een aperitiefje te drinken en de Franse meiden hadden dan ook het idee om de bekende en goed smaakende lokale rode wijn te nuttige aan de rivier bij de Pont Valentré. Samen met de twee meiden en een jongen uit Zwitserland zat ik daar dan, aan de rivier oever in de middag zon met de Pont Valentré op de achtergrond, te genieten van de Vin Rouge du Cahors. Wat kan het leven van een Pelgrim toch mooi zijn en in één plaatje te vangen.

Foto’s

5 Reacties

  1. Gabri van Dijk:
    10 augustus 2017
    Ik loop (ehh) eventjes door je foto's en ik kan niet anders dan constateren dat je een fantastisch mooi landschap aan het bewandelen bent.
  2. Ester:
    10 augustus 2017
    Snap helemaal de gezelligheid van je laatst geplaatste foto! Maar is niet de foto die je bij dit verslag hebt gezet! Prachtige (en gezellige) omgeving weer waar je nu bent. Ik zie alweer een leuk thema voor een stam avond aankomen ( iets met wijnen en proeven....)
  3. Arjen Cranenburg:
    10 augustus 2017
    Blijkbaar zet de site niet de juiste foto's bij het verhaal.
    Titel verhaal is gelijk aan de titel van het foto album.!
  4. Jan Cranenburg:
    10 augustus 2017
    Mooi ervaring in deze oude plaats. Geniet er van. En niet in de laatste plaats van de omgeving ,echt prachtig
  5. Bar:
    13 augustus 2017
    Belle, beau. Blijve schrijve en fotokes trekke.